Stel vraag

Zakelijk, Arbeid, Schade

Particulier


Het betreft het volgende:

Stel dat een verhuurder met zijn huurder een huurovereenkomst heeft gesloten. De huurder van het pand heeft in het pand zijn bedrijf uitgeoefend, maar nu is de huurder vertrokken en kleven er ana het pand diverse gebreken. In de huurovereenkomst staat dat de huurder alleen voornemens is het pand voor zijn bedrijf te willen gebruiken, echter hier staat niet in wat voor verbouwingen dit met zich mee zou brengen. De verhuurder wist dat de huurder een bedrijf zou starten, maar wist niet van de grote verbouwing.

De vraag is nu of de verhuurder met het geven van instemming van bestemming van het pand impliciete toestemming voor verbouwing van het pand heeft gegeven?

De bestemming van het pand staat los van eventuele verbouwingen. Voor een verbouwing dient dus toestemming te worden gevraagd aan de verhuurder. Als die toestemming ontbreekt, kunt u in principe herstel in de oude toestand vragen.

Ik help u desgewenst graag verder.

Beoordeel dit antwoord:

Goedendag,

Ik sluit mij aan bij de heer Van Binsbergen. Voor verbouwingen is toestemming van de verhuurder noodzakelijk.

Beoordeel dit antwoord:

Reactie van de vraagsteller

Bedankt voor uw reactie. Waar kan ik in de jurisprudentie / wet vinden dat de bestemming van het pand los staat van eventuele verbouwingen? De huurder beroept zich nu namelijk op het feit dat de verhuurder wist van zijn bedoelingen en dat hij derhalve niet gehouden is het pand in de oude toestand achter te laten. Waarop kan de verhuurder zich dan beroepen? Het enkele beroep op ontbreken van schriftelijke toestemming van 7:215 BW lijkt me niet voldoende.


Het gaat hier om uitleg van de overeenkomst. Als de contractueel overeengekomen bestemming een verbouwing NOODZAKELIJK MAAKT, dan heeft de huurder recht van spreken.

Beoordeel dit antwoord:

Reactie van de vraagsteller

En waar staat dat beschreven? Want heeft de verhuurder dan impliciet toestemming gegeven voor de noodzakelijke verbouwing op het moment dat de huurder zijn plannen bekend maakt ondanks dat er geen schriftelijke toestemming in het huurcontract staat voor de noodzakelijke verbouwing?


Het gaat om uitleg van de overeenkomst. Als de contractuele bestemming impliceert dat verbouwing noodzakelijk is, en de verhuurder dat ook wist of had moeten begrijpen, dan mag de huurder ervan uitgaan dat de toestemming voor die verbouwing bij voorbaat is gegeven.

Dat staat niet in de overeenkomst, maar de Hoge Raad heeft in 1981 in een beroemd arrest (het 'Haviltex-arrest') uitgemaakt dat bij de uitleg van een overeenkomst niet alleen moet worden gekeken naar de tekst van een contract, maar ook naar de bedoelingen van partijen en naar hetgeen partijen redelijkerwijs uit elkaars verklaringen en gedragingen mogen afleiden. De rechter kijkt dus verder dan de tekst van de overeenkomst.

Beoordeel dit antwoord:

Reactie van de vraagsteller

Oké hartstikke bedankt. Ik ga nog verder zoeken of er een vergelijkbare huurzaak zich heeft voorgedaan.



Gratis antwoord op juridische vraag

Stel vraag