Stel vraag

Familie, Scheiden, Alimentatie

Particulier


Ik heb moeite met het vinden van de juiste advocaat voor het volgende probleem: Sinds een jaar wonen mijn ouders in een chalet/ mantelzorgwoning op ons erf. We hebben dat voor hen mogelijk gemaakt, omdat mijn vader dement is en mijn ouders hoogbejaard zijn. Zij laten een eigen huis achter. Inmiddels heeft een kleindochter, met toestemming van onze moeder, haar huis betrokken. Er is daarvoor geen overeenkomst opgesteld, noch een huurbedrag vastgesteld. Dat zou wellicht de taak moeten zijn van de bewindvoerder. Die onderneemt geen actie.
We verwachten dat mijn vader als eerste zal overlijden. Als mantel-, verzorgers van onze ouders willen we graag dat het dan mogelijk is dat mijn moeder weer terug kan naar haar eigen huis. Gezien de huidige bewoning zal dat niet mogelijk zijn. Het ziet er naar uit dat we voor onze goede bedoelingen afgestraft worden. Met name de bewindvoerder communiceert niet en zeker niet in het belang van onze moeder. De vragen:
- De geplaatste mantelzorgwoning: Is er sprake van een verbintenis/ overeenkomst als er wel gesproken is over vergoedingen voor verblijf en gas/licht, maar die nooit (na 1 jaar) zijn betaalt?
- Kan mijn moeder eisen (verwachten) dat ze weer in haar eigen huis kan wonen zonder dat er sprake is van een overeenkomst o.i.d.?
Onderliggende probleem is de familierelatie. Graag uw reactie

Daar de huur nimmer is betaalt is er geen recht bewoning, temeer er een 'mondelinge afspraak' gedaan zou zijn doet dit niet af aan een huurovereenkomst. Uw moeder kan ten alle tijden haar eigen woning weer terug eisen en per direct.

Wat betreft de nalatigheid van de bewindvoerder kunt u deze laten ontslaan voor het niet correct uitvoeren van zijn taak. Ook is het mogelijk dat er een tweede bewindvoerder wordt aangesproken, onder andere een familielid.

Beoordeel dit antwoord:

Aangezien de kleindochter de woning in gebruik heeft zonder dat er een huur is overeengekomen, is er sprake van bruikleen van de woning. Dit gebruik kan op elk moment worden beëindigd door opzegging met inachtneming van een redelijke termijn. Na opzegging van de bruikleen kan uw moeder de woning weer betrekken. De vraag is of de bewindvoerder wel tekort is geschoten of dat het een bewuste keuze is geweest om geen huurovereenkomst te sluiten en huur te vragen. Als er voor 1 juli 2016 een huurovereenkomst zou zijn gesloten met de kleindochter, dan had zij huurbescherming genoten. Het is dan een stuk moeilijker om haar uit de woning te krijgen als zij zich tegen de beëindiging van de huurovereenkomst zou verzetten, aangezien er dan sprake moet zijn van een één van de wettelijke opzeggingsgronden. Sinds 1 juli 2016 kan er een huurovereenkomst voor de duur van een jaar worden gesloten zonder dat de huurder huurbescherming geniet. Deze overeenkomst kan tegen de overeengekomen einddatum worden opgezegd.

Beoordeel dit antwoord:

Reactie van de vraagsteller

In vervolg op bovenstaande:
Mijn moeder woont nog steeds in een chalet/ mantelzorgwoning op ons erf.
Inmiddels is mijn vader overleden en zou mijn moeder weer haar eigen huis kunnen betrekken.
Indertijd heeft een kleindochter, met toestemming van onze moeder, haar huis betrokken. Er is daarvoor door een bewindvoerder een overeenkomst opgemaakt, die door niemand is ondertekent, maar volgens zeggen wel rechtsgeldig is. Daarin is een opzegtermijn benoemd en met een aangetekend schrijven het verblijf in het huis van mijn moeder aan de kleindochter opgezegd. De kleindochter heeft geen huurovereenkomst. Het ziet ernaar uit dat de kleindochter geen andere woonruimte "kan" vinden, althans niet van plan is te vertrekken, ook omdat ze in haar eigen dorp wil blijven. Het is erg belangrijk dat moeder nu weer naar haar eigen leefomgeving terug kan. Mijn moeder heeft met ons ook geen huurovereenkomst. Het lijkt erop dat we afhankelijk zijn van de kleindochter om onze vrijheid weer terug te krijgen.
Wat zijn onze mogelijkheden om dit probleem op te lossen?


Als de bruikleenovereenkomst niet is ondertekend, dan in elk geval niet de bepalingen uit die overeenkomst van toepassing en gelden de wettelijke bepalingen. Er is dan sprake van een redelijke opzegtermijn. Als ik het goed begrijp is de bruikleen inmiddels opgezegd, maar weigert de kleindochter te vertrekken. Aangezien de bruikleen door opzegging is beëindigd, heeft zij de woning thans zonder recht of titel in gebruik. Uw moeder kan dan in rechte vorderen dat de kleindochter de woning ontruimt. Ik ben graag bereid een dergelijke procedure voor uw moeder op te starten.

Beoordeel dit antwoord:


Gratis antwoord op juridische vraag

Stel vraag