Stel vraag

Zakelijk


Ik heb een vraag over de absolute competentie van de kantonrechter.
Als (klein) bedrijf (btw-plichtig) hebben wij een vordering op een stichting (eveneens btw-plichtig) die exclusief btw onder, maar inclusief btw boven de grens van € 25.000,-- komt. Is de kantonrechter bevoegd als wij onze vordering in bedragen exclusief btw vermelden? In de dagvaarding vorderen wij dan dus een (totaal-)bedrag exclusief btw, welk bedrag onder € 25.000,-- blijft.
Of gaat die vlieger niet op, omdat de wederpartij over onze vordering, indien die wordt toegewezen, toch ook de btw dient te betalen en dan boven de grens van € 25.000,-- zou komen?

De BTW telt mee voor de hoogte van de vordering. Dit geldt ook voor de wettelijke (handels)rente en buitengerechtelijke kosten. Desgewenst ben ik graag bereid u in deze kwestie bij te staan. Neem gerust vrijblijvend en kosteloos contact met mij op om te bespreken wat ik voor u kan betekenen en wat de kosten hiervan zijn.

Beoordeel dit antwoord:

Naast de hoofdsom tellen inderdaad ook de nevenvorderingen (zoals BTW, rente en incassokosten) mee met in het bedrag van € 25.000,-.

Een strategie die u kunt gebruiken om toch bij de kantonrechter te kunnen procederen, is om uw vordering te minderen. U vordert dan € 25.000,- en verklaart afstand van uw vordering tot het restant te doen. U kunt voor uzelf de rekensom maken wat voordeliger voor u is, een stukje vordering afschrijven of kosten van een advocaat en stukken hoger griffierecht (in het geval uw wederpartij daartoe niet veroordeeld wordt).

Als het een vordering is die door uw wederpartij niet wordt betwist (en u bijna zeker weet dat zij niet in de procedure zullen verschijnen), heb ik ook nog een andere optie voor u waarbij u wel het volledige bedrag kunt vorderen, maar geen advocaat nodig heeft. Neemt u gerust contact met mij op om de opties te bespreken.

Beoordeel dit antwoord:

Reactie van de vraagsteller

Vriendelijk dank voor uw reacties.
Afstand doen van het meerdere is een mogelijkheid, maar eigenlijk is de situatie iets complexer.
Kortgezegd speelt het volgende. Wij hebben met de wederpartij een contract om gedurende 7 jaar bepaalde werkzaamheden te verrichten. Met nog drie jaar te gaan wil onze wederpartij nu van het contract af, is zij gestopt met betalen en is bovendien al met een ander bedrijf in zee gegaan. Wij willen partiële ontbinding van het contract vorderen (namelijk t.a.v. de resterende drie jaren) met vervangende schadevergoeding.
De vordering tot ontbinding is een ‘vordering van onbepaalde waarde’. De betalingen die wederpartij over de resterende jaren nog zou moeten doen komt inclusief BTW boven de grens van € 25.000,--. We lopen dus het risico dat de kantonrechter zich onbevoegd verklaart. Is dit laatste te voorkomen als wij in de dagvaarding , naast deze vordering tot partiële ontbinding, afstand doen van alle daaruit voortvloeiende aanspraken – zowel vervangende als aanvullende schadevergoeding, alsmede andere kosten en rente – boven € 25.000,--?
Als dit mogelijk is, hoe zou ik dat dan het beste in de dagvaarding kunnen verwoorden?


U kunt dan ook stellen dat de eventuele schadevordering incl. rente en kosten nooit meer zal bedragen dan € 25.000,00. Het is echter de vraag of gezien het op zich geringe verschil in kosten als de zaak bij het kantongerecht of de rechtbank aanhangig wordt gemeld, uit financieel oogpunt wel verstandig is om afstand van de vordering boven de € 25.000,00 te doen. De kosten hebben vooral betrekking op het griffierecht, dat bij de kantonrechter lager is. Een BV betaalt voor een vordering van € 25.000 bij de kantonrechter € 939,00 en boven de 25K bij de rechtbank € 1.924,00. Als er nog geen schadevergoeding wordt gevorderd, maar alleen partiele ontbinding en het dus daadwerkelijk een vordering van onbepaalde waarde betreft, zijn deze bedragen nog lager (€ 117 - € 618). Ditzelfde als u een eenmanszaak heeft (€ 470,00 - € 883,00).

Beoordeel dit antwoord:

Reactie van de vraagsteller

Dank voor uw snelle antwoord.
Het gaat ons echter niet alleen om het lagere griffierecht, maar ook om het uitsparen van advocaatkosten.
Overigens is het de bedoeling om naast de ontbinding ook meteen (vervangende) schadevergoeding te vorderen. Zoals wij die nu zelf becijferen, komt die maar net boven de € 25.000,--. Die vordering zullen we beperken tot € 25.000,--. Maar de vraag was eigenlijk; kan de vordering tot (partiële) ontbinding roet in het eten gooien omdat de kantonrechter zou kunnen oordelen dat de waarde van de te ontbinden overeenkomst (de ‘vordering van onbepaalde waarde’) hoger kan zijn € 25.000,--?
Of is het zo dat dit probleem niet meer speelt wanneer je meteen in de dagvaarding ook de vordering tot (vervangende) schadevergoeding neerlegt, en die beperkt tot € 25.000,--?
En hoe verwoord je dat het beste?


Dit probleem speelt inderdaad niet als de vordering tot € 25.000,00 wordt beperkt. Uit praktisch oogpunt is het verstandig die vordering ook meteen in te stellen. Dit kan het beste worden verwoord door de werkelijk vordering uit te rekenen en toe te lichten, maar daarbij op te merken dat deze in verband met de bevoegdheid van de kantonrechter wordt beperkt tot € 25.000,00.

Beoordeel dit antwoord:

In aanvulling op het voorgaande antwoord, vermeld u ook expliciet dat u dan afstand doet van uw recht om het meerdere later alsnog te vorderen. Er is juriprudentie waarin de kantonrechter zich onbevoegd verklaarde omdat die afstandverklaring ontbrak!

Zonder uiteraard de inhoud van de overeenkomst te kennen, waarom vordert u geen nakoming?

Beoordeel dit antwoord:

Reactie van de vraagsteller

Weer dank voor uw antwoord.
Nakoming - met voortzetting van de overeengekomen werkzaamheden - is problematisch geworden door onder meer de fysieke aanpassingen op de werklocatie door de nieuwe contractspartner van onze tegenpartij.
Wij zouden wel subsidiair nakoming kunnen vorderen.



Gratis antwoord op juridische vraag

Stel vraag