Wonen, Buren
Particulier
Er zijn statuten die vastgelegd zijn bij een notaris.
Nu gaan er stemmen op om een hefboom te plaatsen om onbevoegden van het parkeerterrein te weren.
In de statuten staan de volgende bepalingen:
art 4 Het mandelige binnenterrein moet op kosten van alle mede-eigenaren worden onderhouden en in stand gehouden worden.
en: art 6 Het is ieder van de mede-eigenaren verboden aan het mandelige binnenterrein wijzigingen aan te brengen of te doen aanbrengen of daaraan werkzaamheden te (laten) verrichten, zonder daartoe vooraf verkregen toestemming van de mede-eigenaren.
Vragen: valt een voorstel tot het plaatsen van een hefboom onder het onderhouden en in stand houden van het terrein? Is het plaatsen van een hefboom een wijziging van het terrein? Zo ja, dienen dan alle mede-eigenaren zich akkoord te verklaren of kan een voorstel tot plaatsing op reguliere wijze tijdens de ALV behandeld worden?
Hartelijk dank voor een antwoord.
Dit betreft een wijziging van het terrein waarmee alle mede-eigenaren in moeten stemmen, een meerderheidsbesluit van de ALV volstaat niet.
Reactie van de vraagsteller
Dank voor uw antwoord.
Het heeft echter geen einde kunnen maken aan de discussie.
Het plaatsen van een slagboom wordt door sommigen gezien als het in stand houden van de functie van het mandelig parkeerterrein. Doordat het privé parkeerterrein erg toegankelijk is parkeren onbevoegden (geen bewoners of geen bezoek van bewoners) op de parkeerplaatsen waardoor de functie voor de eigenaren (het zelf parkeren en hun bezoek) verloren gaat.
Zou u zo vriendelijk willen zijn uw antwoord toe te lichten?
Hartelijk dank.
Art. 5:65 BW bepaalt dat mandelige zaken op kosten van alle mede-eigenaars moeten worden onderhouden, gereinigd en zo nodig vernieuwd. Het artikel ziet op daadwerkelijk onderhoud van de zaak zelf, niet op het instandhouden van de functie, indien daartoe voorzieningen worden aangebracht valt dat niet onder onderhoud. In de rechtspraak wordt terughoudend omgegaan met de verplichting tot bijdrage van eigenaars in de kosten van onderhoud, dit moet echt noodzakelijk zijn anders is er geen bijdrageplicht. Artikel 5:65 BW kent geen bijdrageplicht voor het aanbrengen van nieuwe zaken indien er geen sprake is van vervanging.
Mogelijk is in de bepalingen van de mandeligheid in combinatie met de statuten van de beheervereniging een afwijkende regeling opgenomen, zonder kennis te hebben genomen van deze documenten kan ik dat niet beoordelen.