Overheid, Gemeente, Vergunning
Particulier
Deze rijbak ligt er volgens de verkopers al sinds de jaren 70. Nu geeft de gemeente aan dat de bak niet op de juiste plaats ligt. (Te dicht bij een woning van derde). Nu wil het zo zijn dat de bak in het verleden is aangelegd ten behoeve van juist die woning. Nu heb ik 2 vragen:
1. Bestond er in de jaren 70 al vergunningplicht voor paardrijbakken? Volgens de verkopers niet
2. Doordat in de loop der jaren de feitelijke situatie gewijzigd is (waardoor de bak nu dus te dicht bij het betreffende huis van derde ligt) zonder dat er iets gebouwd of gesloopt is, kan toch geen basis zijn om (alsnog ) te eisen dat de bak verlegd moet worden ?
1.
Het systeem van "bouwvergunningen" bestond in de jaren 70 van de vorige eeuw ook al. Of destijds het aanleggen van de bak vrijgesteld was van de bouwvergunningplicht (en daarom "vergunningvrij" was), zal alleen uit nader onderzoek kunnen blijken.
2.
Indien sprake is van een bouwwerk dat destijds is aangelegd zonder dat een destijds al vereiste bouwvergunning was verkregen en er geen sprake is van een tussentijdse legalisering, dan is de gemeente in beginsel verplicht om op te treden tegen het in juridische zin illegale bouwwerk, tenzij dit alsnog kan worden gelegaliseerd (bijv. doordat u alsnog een vergunning aanvraagt). Hierbij wordt dan wel getoetst aan de huidige regelgeving en kan het dus zo zijn dat dit reden is dat de vergunning niet kan worden verleend .
Verder denk ik dat u reeds nu aandacht moet geven aan de vraag wat er zal gelden tussen u en de verkoper, voor het geval de gemeente niet wil / kan meewerken aan het legaliseren van de rijbak op de huidige locatie. Er is immers in dat geval sprake van een juridisch gebrek aan het gekochte / dwaling over de rechtstoestand van het gekochte. Het lijkt mij verstandig om de verkoper formeel / schriftelijk te informeren over het "gebrek" / de dwaling en om de verkoper aansprakelijk te stellen voor het nadeel / de schade die u hierdoor lijdt / dreigt te lijden.