Wonen, Buren
Particulier
Onze VVE heeft volgens ons vorig jaar een nietig besluit genomen. Regels met betrekking tot prive gedeelte opnemen in een Huishoudelijk Reglement. Wij hebben na de vergadering schriftelijk aan het bestuur laten weten dat dit besluit nietig is en dat wij dus ook niet overeenkomstig zullen handelen (verhuur van ons appartement tijdens onze vakantie). Onze splitsingsakte biedt niet de mogelijkheid dit soort zaken op te nemen in een HH Reglement. In de splitsingsakte staat niets over het niet mogen verhuren.
Wij hebben het bestuur er ook op gewezen dat indien ze dit willen verbieden, de splitsingsakte gewijzigd moet worden. Dit vinden ze te duur.
Nu hadden wij onlangs weer een vergadering en liet het bestuur weten zich niets aan te trekken van het feit dat het besluit volgens ons nietig is. Het staat nu in het Huishoudelijk reglement en daar moeten we ons aan houden.
Staan wij in ons recht? Wat kunnen we het beste doen?
Het is juist dat een dergelijk huurverbod niet thuis hoort in het HHR. In de wet (art. 5:120 lid 1 BW) staat dat het iedere eigenaar vrij staat om zijn of haar appartement aan een derde in gebruik te geven. Verhuur valt daar ook onder, zodat het uitgangspunt is dat de VvE verhuur niet mag verbieden. Dit volgt ook uit de splitsingsakte en splitsingsreglement van de VvE. Een bepaling die hiermee strijdig is, is nietig. Nu het bestuur van de VvE zich kennelijk van uw terechte standpunt niet aantrekt, doet u er verstandig aan de rechter te vragen om die bepaling niet te verklaren. Ik ben gespecialiseerd in appartementsrecht en desgewenst graag bereid u in deze kwestie verder te adviseren en bij te staan. Neem gerust vrijblijvend en kosteloos contact met mij op als u nog vragen heeft of rechtsbijstand wilt.
Reactie van de vraagsteller
Nog een kleine aanvulling, er is opgenomen in het HHReglement: Verhuur, korter dan een maand, wordt beschouwd als short stay en is NIET toegestaan. Veranderd dit nog iets aan de zaak?
In verschillende gerechtelijke uitspraken is bepaald dat short stay een commercieel karakter heeft en dat de short stay verhuur van een appartement in strijd met de bestemming "wonen" is. Een verbod om appartementen op deze wijze te verhuren kan daarom in het huishoudelijk regelement worden opgenomen. Een dergelijke bepaling is niet in strijd met de splitsingsakte, maar draagt juist bij aan het voorkomen van met de splitsingsakte strijdige gebruik van het appartement. Als er slechts sprake is incidentele tijdelijke verhuur (alleen tijdens uw vakantie) dan hoeft dit niet in strijd te zijn met de splitsingsakte. Van belang hierbij o.a. hoe regelmatig dit plaatsvindt. Of dit is toegestaan hangt sterk af van de omstandigheden van het geval.