Familie, Scheiden, Alimentatie
Particulier
Bij het overlijden van de ouders van mijn vader is het naastliggend perceel naast de woning van mijn vader nagelaten aan de kinderen (8).
Al meer dan dertig jaar betaald mij vader uit zijn naam bij de gemeente de verplichte WOZ afdracht. Er is alleen een schrijven dat hij dit op zich neemt en verder afhandelt voor zijn broers en zusters.
Mij vader is dan ook hoofdgebruiker van dit perceel en heeft daardoor nooit iets doorbelast in welke vorm dan ook.
Nu de tijd verstrijkt en er al diverse broers en zusters zijn gestorven heb ik de volgende vraag.
Hoe te handelen bij het overlijden van mij vader, mijn moeder is helaas al overleden en zelf ben ik enig kind?
Blijft het perceel altijd als onverdeeld en blijven alle na volgelingen van de broers en zusters er recht op houden?
Zelf denk ik niet dat er een gezamenlijk overeenstemming zal zijn voor aankoop.
Of is er een andere optie door het jaren lange gebruik en betalingen?
In principe zijn alle acht kinderen en hun erfgenamen ieder voor een deel eigenaar van het perceel gebleven. Afhankelijk van wat de broers en zussen omtrent het gebruik van het perceel zijn overeengekomen, kan uw vader of u (tezijnertijd) mogelijk een beroep op bevrijdende verjaring doen. Indien er gedurende 20 jaar sprake is geweest van een gebruik van het perceel als ware hij eigenaar, dan kan uw vader (of u als erfgenaam) zich er namelijk op beroepen dat hij door verjaring daadwerkelijk eigenaar van het perceel is geworden.
Ik lees dat er sprake is van "een schrijven waarin uw vader de kosten op zich neemt een afhandelt voor zijn broers en zusters". Het gebruik dat uw vader van het perceel maakt is dus niet stilzwijgend maar gebaseerd op een (summiere) overeenkomst met de overige eigenaars. Hierdoor is er geen sprake van juridisch bezit maar van houderschap. Verkrijgende en bevrijdende verjaring treedt alleen op bij juridisch bezit en niet bij houderschap. Er zal dus een verdeling tussen de eigenaars tot stand moeten komen waarbij de eigendom van het perceel aan uw vader wordt toebedeeld. Indien de broers en zussen of hun erfgenamen daaraan niet mee wensen te werken kan die medewerking afgedwongen worden.