Zakelijk, Arbeid, Schade
Particulier
U erft uw deel van de vordering op uw broer in de staat waarin dat deel op dat moment is. Wanneer het niet of niet in een keer opeisbaar is, dan wordt het dat ook niet door het overlijden van uw moeder (tenzij dat uitdrukkelijk is bepaald). U erft 1/3 van de helft van de vordering (1/6), want u bent samen met uw vader en uw broer erfgenaam van het deel van uw moeder.
Of u veel kosten moet maken voor de incasso hangt geheel af van de mate van medewerking van uw broer en van de verhaalbaarheid van de vordering.
Reactie van de vraagsteller
nog een vraag hierover: kan het zo zijn dat ik de vordering niet meteen kan effectueren, maar dat mijn deel nog bij mijn vader blijft.(volgens mij heet dat "langstlevende"clausule) en ik pas na de dood van mijn vader met mijn broer 'aan de slag' moet? Is hiervoor nodig dat mijn ouders een testament hebben, of kan zoiets ook in de geldleningsovereenkomst staan en dan net zo geldig zijn?
En hieruit voortvloeiend: als bovenstaande het geval is, mag mijn vader dan bv de hele lening kwijtschelden (dus ook mijn erfdeel van mijn moeder), zodat er niets meer te vorderen is als mijn vader overlijdt?
Daar hoeft niets voor te gebeuren, dat is tegenwoordig al de wettelijke regeling. U kunt pas over uw nalatenschap (of de waarde daarvan) beschikken na overlijden van uw vader.Uw vader kan tot die tijd over de nalatenschap beschikken en hij kan ook de schuld van uw broer kwijtschelden. Voor het deel van uw moeder hebt u wel een vordering op uw vader en die vordering behoudt u gewoon.