Familie, Scheiden, Alimentatie
Particulier
in 2012 is mijn vader gescheiden en is door de rechtbank een boedelscheiding uitgesproken. De vrouw heeft, bij de rechtszaak voorafgaand aan deze beschikking, niet de waarde van een bankrekening die zij in Duitsland had openbaar gemaakt. En ook geen reden daarvoor opgegeven. De rechtbank heeft daarom een waarde aangenomen en is daarmee op een vordering van 35000 van de vrouw op de man uitgekomen. De man kreeg overige bezittingen. Tegen deze beschikking heeft in de afgelopen 5 jaar geen van de partijen bezwaar aangetekend. En ook is de vordering nog nooit uitbetaald.
Ik begrijp dat de vrouw de vordering (ongeacht de verlopen tijd) nog altijd mag claimen. (geen verjaringstermijn voor boedelscheiding) Maar kan de man daartegen dan ook nog in het verweer komen? In de trant van dat zij eerst moet aantonen wat de waarde van de Duitse bankrekening van die datum was.
B
Een tijdens een echtscheidingsprocedure verzwegen boedelbestanddeel kan na ommekomst van kenbaarheid nog binnen 5 jaren worden gevorderd . ( en uiterlijk binnen 20 jaren als de vordering steeds wordt gestuit) Maar belangrijker is zelfs dat de rechtspraak een vrije strenge straf legt op de verzwegen boedel uit huwelijksvermogen door deze geheel aan aan de andere partij toe te bedelen , Hiervoor is meestal wel een rechtszaak nodig, voor het mindere zou onderhandeld kunnen worden. Ik ga er bij het antwoorden vanuit dat Nederlands recht van toepassing is.
Reactie van de vraagsteller
Het was de rechter wel bekend dat de vrouw geen inzage gaf van de waarde van de Duitse bankrekening. Daarom heeft hij deze zelf maar gesteld op een bepaalde waarde en mijn vader daarvan de helft toegekend in de boedelscheiding.
Mijn vader kreeg de landerijen en moest de vrouw nog een bepaald bedrag uitbetalen. Op die uitspraak is nu meer dan 5 jaar niks uitgedaan. Ook niet uitbetaald. Mocht de vrouw nu haar vordering komen innen, heeft mijn vader dan nog mogelijkheden om die vordering aan te vechten? Of is die nu definitief?
Verrekening mag altijd, maar dan dient vast komen te staan wel de juiste waarde. Inmiddels heeft een rechter deze bepaald ( ik begrijp niet goed waarom een advocaat dit niet heeft opgepakt toen) . Dat onderdeel zal opnieuw moeten worden berekend , maar de vraag die dan wel opkomt is een van afstand van recht omdat het destijds bekend was. Alle aspecten moeten dan goed worden bestudeerd. Een juridische grond moet aanwezig zijn als bedrog of dwaling en geen instemming met de wijze waarop destijds is verdeeld. Ik kan me voorstellen dat afstand van recht of rechtsverwerking aan de zijde van uw vader voor het verborgen gehouden surplus wel door de andere partij te berde zal worden gebracht.