Familie, Scheiden, Alimentatie
Particulier
Hij had een testament op het langstlevende uit 1995. Zijn nalatenschap was zeer positief. Mijn zus en ik kregen een geldvordering. Mijn zus 4/9 en ik 2/9 deel. Het testament van moeder bepaalt dat ieder kind de helft ontvangt.
In 2015 heeft mijn zus haar vordering/hoofdsom uitbetaald gekregen. Mijn vordering/hoofdsom is niet uitbetaald.
In het testament van mijn vader staat dat ‘Over het bedrag van de vorderingen is een enkelvoudige rente verschuldigd vanaf de dag van mijn overlijden tot die van de voldoening van het verschuldigde’.
De rentebijschrijving bij mijn zus is dus gestopt in mei 2015. De rentebijschrijving op mijn hoofdsom loopt dus nog steeds door.
Dit is een doorn in het oog van mijn zus. Ze wil, en ze is tevens driesterrenexecuteur, deze rentevordering stoppen door mij een bedrag over te maken.
Het probleem wil dat de nalatenschap van moeder stevig negatief is. Zus en ik hebben allebei zuiver aanvaard en moeten dus het negatieve saldo gaan voldoen. Hoeveel er precies tekort gekomen gaat worden is nog onbekend. Er staan nog veel posten open.
Graag wil ik afrekenen aan het einde van de rit, dat wat ik tegoed heb minus dat wat ik betalen moet.
Het renteverschil op mijn vordering gerekend tot 1 maart aanstaande én gerekend tot november aanstaande (fictief afhandeldatum) is slechts 127,= per persoon. Dus 127,= in het nadeel van mijn zus, die 4/9 deel heeft gekregen uit de nalatenschap van vader en aan de schuld van mijn zus dien ik voor de helft mee te betalen. Het testament van moeder bepaalt immers 50/50.
Is er een wet die zegt dat ik verplicht een deel van mijn tegoed te ontvangen. En, andersom, is er een wet die mijn zus het recht geeft mij een deel van het tegoed alvast uit te betalen. Zo ja, welke wet is dat.
Ik begrijp dat uw zuster is aangewezen door uw moeder als executeur van de nalatenschap van uw moeder. Artikel 4:144 Burgerlijk Wetboek geeft aan dat (tenzij uw moeder anders heeft beschikt) het tot de taken van de executeur behoort om:
de goederen der nalatenschap te beheren en de schulden der nalatenschap te voldoen, die tijdens zijn beheer uit die goederen behoren te worden voldaan.
Vanuit deze beheertaak beschouwd is het begrijpelijk dat de executeur het oplopen van uw nu (zo begrijp ik) opeisbare vordering wil voorkomen door tot uitbetaling aan u over te gaan.
Let u ook op artikel 4:147 lid 2 Burgerlijk Wetboek. De executeur hoort u in uw hoedanig heid van erfgenaam tijdig te informeren en u gelegenheid te geven om over deze kwestie de kantonrechter in te roepen.
Tegen betaling van een opeisbare schuld kunt u zich normaliter niet verzetten. Anders raakt u in schuldeisersverzuim (BW 6:58). Verder is uw zus als executeur verplicht om de opeisbare schulden te voldoen (BW 4:144)