Familie, Scheiden, Alimentatie
Particulier
Op 1 juli 2014 hebben wij haar 37.000 Euro geschonken voor de uitbouw van hun woning in Zwolle . Daarvoor is een schenkingsovereenkomst opgesteld met uitsluitingsclausule. De uitbouw kwam eind 2014 gereed.
De waarde van hun huis is op dit moment 260.000 Euro.
Er rust een hypotheek op van 235.500 Euro.
Er is in de spaanhypotheek een bedrag opgebouwd van 18.000 Euro. De overwaarde is dus volgens mij: 42.500 Euro.
De waarde van hun huis is sedert eind 2014 (na de verbouwing) met ca. 20% gestegen (mijn schatting).
Kunt u mij vertellen op welke wijze de vergoeding voor mijn dochter wordt berekend ?
Nu er een uitsluitingsclausule door u is opgenomen bij de schenking, zal eerst het aan uw dochter toekomende bedrag van € 37.000 uit de overwaarde van de woning worden gehaald. Deze komt gelet op de uitsluitingsclausule uw dochter toe en valt buiten de verdeling.
Het restant van de overwaarde van de woning dient dan nog verdeeld te worden tussen hen beiden.
Reactie van de vraagsteller
Ik heb begrepen dat sinds 2012 de beleggingsleer geldt bij de verdeling. Mijn vraag is of de waardestijging van de woning - het geldbedrag is gebruikt voor een verbouwing - ook moet worden verrekend.
De wet geeft aan hoe de vordering van uw dochter ter grootte van oorspronkelijk 37.000 op het gezamenlijk vermogen moet worden berekend: de van toepassing zijnde rekentechniek staat in het burgerlijk wetboek, boek 1 art. 87
Wanneer je rekent met de huidige waarde van de woning en de aankoopwaarde is de stijging een bedrag van € 24.500 = 10,4%. Echter wel dient aangetoond te worden dat deze waardestijging puur is gerealiseerd door de verbouwing.
Volgens de beleggingsleer betekent dit, dat uw dochter het volgende bedrag zou dienen te ontvangen:
investering/aanschafwaarde woning x nieuwe waarde van de woning:
€ 37.000 / € 235.500 x € 260.000 = € 40.849.
Dit dient zij in overleg met haar (ex-)partner af te spreken.
Voor uitgebreidere info zou contact op kunnen nemen met een financiële adviseur.