De verhuurder heeft de plicht om zich als goed huurder te gedragen.

De verhuurder moet de zaak ingevolge artikel 7: 203 Burgerlijk Wetboek ter beschikking stellen en laten voor zover dat voor het overeengekomen gebruik noodzakelijk is. Blijft dit alles uit dan is er sprake van een gebrek. Een gebrek is een staat of eigenschap van de zaak of een andere niet aan de huurder toe te rekenen omstandigheid, waardoor de zaak aan de huurder niet het woongenot kan verschaffen dat een huurder bij het aangaan van de overeenkomst mag verwachten van een goed onderhouden zaak van de soort als waarop de overeenkomst betrekking heeft, blijkens artikel 7: 204 Burgerlijk Wetboek.

Als de verhuurder niet tijdig oplevert, is hij van rechtswege in verzuim , als de verhuurder niet in een vereiste staat oplevert ontstaat verzuim in beginsel pas na een ingebrekestelling.