Stel vraag

Familie, Scheiden, Alimentatie

Particulier


ik heb een vraag, misschien kunt u mij helpen, ik ben ten einde raad.
In 2010 heb ik een huis geërfd met uitsluitingsclausule gemeenschap van goederen. Het huis werd toen getaxeerd op €200.000,-- Ik was toen niet getrouwd.
Daarna het huis verbouwd met een hypotheek van €70.000,-- nog steeds niet getrouwd en op mijn naam.
In 2012 getrouwd in gemeenschap van goederen. Dan samen met geld uit gemeenschap de hypotheek
gedeeltelijk afgelost met €20.000,--
Verder nog samen investeringen gedaan in het huis met geld uit de gemeenschap €20.000,--
Nu gaan we scheiden en mijn vraag is nu, moeten we het geld, of tenminste haar deel ervan dat in mijn prive vermogen is gestoken, nu volledig terug geven
aan de gemeenschap? En wat te doen met de waardestijging?

Het huis is nu verrijkt in waarde doordat er vanuit de gemeenschap gelden zijn geinvesteerd. Voor dat deel en het deel daarvan dat voor de waardestijging heeft gezorgd zou er sprake zijn van ongerechtvaardigde verrijking aan uw zijde. ( het uitgesloten deel ) . U dient dus samen er uit te komen , een vordering uit ongerechtvaardigde verrijking is niet ondenkbaar na een scheiding.

Beoordeel dit antwoord:

Reactie van de vraagsteller

Maar moet het geld dat geïnvesteerd is dan ook terug naar de gemeenschap? En hoe zit het met het geld waarmee de hypotheek is afgelost, moet dit terug?


Nee in beginsel niet maar dit is wel reden voor een rechtszaak door de partij die heeft geïnvesteerd Bottum line is dat in principe het vermogen ( inc. lasten) moet worden verdeeld minus de uitgesloten baten en lasten. In dit geval de waarde van het huis (nu)

Beoordeel dit antwoord:

De door u met uitsluitingsclausule geerfde woning maakt geen onderdeel uit van de gemeenschap van goederen. Deze woning / de huidige waarde van de woning wordt dus niet betrokken in de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap.

De hypotheekschuld is toen u ging trouwen wel onderdeel uit gaan maken van de huwelijksgoederengemeenschap, zodat deze schuld voor zover deze nog bestaat, wel verdeeld moet worden. De aflossingen die zijn gedragen door de huwelijksgoederengemeenschap hebben deze gezamenlijke schuld verminderd, maar hebben de waarde van uw woning (uw privévermogen) niet verhoogd.

De investeringen die uit de gemeenschap van goederen in uw woning zijn gedaan, moet u terugbetalen aan de gemeenschap, zodat deze in de verdeling van de gemeenschap kunnen worden betrokken. Er is wat voor te zeggen dat hierover ook een redelijke rentevergoeding door u aan de gemeenschap van goederen moet worden betaald (zgn. beleggingsleer.)

Op basis van enkel uw beschrijving bestaat de te verdelen huwelijksgoederengemeenschap uit een schuld aan de hypotheekbank van € 50.000 en uit een vordering op u van € 20.000 (zonder rente) ofwel per saldo uit een negatief vermogen van € 30.000. Een redelijke verdeling zou kunnen zijn (mits de bank meewerkt) dat u de gehele gemeenschap krijgt toebedeeld, onder de verplichting uw ex effectief te vrijwaren voor aansprakelijkheid jegens de bank voor de hypotheekschuld.

Een andere visie zou kunnen zijn dat de hypotheekschuld "verknocht" is. In dat geval maakt deze geen onderdeel uit van de gemeenschap en moet u ook de aflossing terug betalen aan de gemeenschap. In dat geval bestaat de gemeenschap dus ( uitgaande van het bovenstaande) uit alleen een vordering op u van € 40.000 (zonder rente), zodat u per saldo aan uw ex € 20.000 (zonder rente) zou moeten betalen.

Beoordeel dit antwoord:

Reactie van de vraagsteller

"De hypotheekschuld is toen u ging trouwen wel onderdeel uit gaan maken van de huwelijksgoederengemeenschap..."
Dit begrijp ik niet, de hypotheek is toch per definitie privé schuld omdat het deel uitmaakt van een huis dat privé is, of zie ik dit verkeerd?

En als de hypotheekschuld "verknocht" is, wat betekend dan dit "verknocht"zijn? Wanneer is een hypotheekschuld "verknocht"?. Verder noemt u daarna bedragen van € 40.000 (zonder rente) en € 20.000 (zonder rente), betekend dit dat er nog rente bijkomt? Waar is deze rente op gebaseerd, hoe wordt deze berekend? Vergoedingsrecht/beleggingsleer??Waardestijging woning tijdens het huwelijk?

Verder, mijn vrouw heeft een overlijdensrisicoverzekering(alleen op haar naam) afgesloten op de hypotheek(die op mijn naam stond/staat) kort voor ons huwelijk. Ik betaalde de premie voor haar(op papier) uit de gemeenschap en tijdens ons hele huwelijk. Is dit een bewijs dat de hypotheek niet "verknocht" is vanwege haar overlijdensrisicoverzekering op de hypotheek?

Nogmaals voor alle duidelijkheid, Het huis was privé vóór alsook tijdens het huwelijk. De hypotheek was privé vóór het huwelijk en wordt zoals u zegt gemeenschap tijdens het huwelijk. Ik ben zelf geen advocaat en wil u ook zeer zeker niet tegenspreken maar dit vind ik een heel vreemde zaak. Kunt u dit nog iets toelichten? Betekend dit dan ook dat de aflossing niet hoeft te worden terugbetaald?


Reactie van de vraagsteller

Kunt u misschien ook een voorbeeld geven wanneer een hypotheek verknocht is en wanneer niet?


De geldlening zelf valt niet onder de uitsluitingsclausule. Echter het onderpand voor de lening (de woning dus) wel. Deze verbondenheid zou het verdedigbaar kunnen maken dat de schuld ook buiten de huwelijksgoederengemeenschap dient te blijven. Echter uitgangspunt is bij huwen in gemeenschap van goederen dat alle schulden en bezittingen die beide echtelieden hebben bij aanvang huwelijk in de gemeenschap vallen, behalve uitgesloten goederen of verknochte goederen. Verknochte goederen zijn doorgaans goederen die sterk verbonden zijn aan de persoon van een huwelijkspartner, en dus zonder deze persoon niet kunnen bestaan. Denk bijvoorbeeld aan een al voor het huwelijk tot uitkering gekomen periodieke verzekeringsuitkering.
De waarde van de verzekeringspolis valt in beginsel dus ook in de huwelijksgoederengemeenschap en zal in de verdeling moeten worden betrokken.
Er van uitgaande dat er geen verknochtheid is, wat ik vooralsnog als uitgangspunt blijf hanteren, dan bent u niet verplicht om de aflossingen op de gemeenschapsschuld waarvoor uw privehuis als onderpand dient (= de hypotheekschuld) terug te storten in de huwelijksgoederengemeenschap. Het geld dat uit de huwelijksgoederengemeenschap is ontrokken om in uw privewoning te investeren moet door u wel worden terugbetaald en wel vermeerderd met een fictief rendement. Wat dit rendement is, kan niet op voorhand worden bepaald, maar een handvat kan zijn de spaarrente zijn die de investering had opgebracht als deze op een gewone spaarrekening was gestort.

Beoordeel dit antwoord:

Reactie van de vraagsteller

Bedankt voor uw uitgebreide en heldere uitleg meneer Kleijwegt. Het is voor mij nu een stuk duidelijker geworden. Heeft iemand anders misschien nog iets toe te voegen?


Reactie van de vraagsteller

Kan het in dit geval ook zijn dat de resterende hypotheekschuld bij scheiding, op grond van redelijkheid en billijkheid, niet gedeeld hoeft te worden? De hypotheekschuld is immers gemaakt vóór het huwelijk bij het investeren in een privé woning die tijdens het huwelijk buiten de goederengemeenschap valt.!?!


Er van uitgaande dat de hypotheek schuld alleen op naam staat van de echtgenoot die vóór het huwelijk de hypothecaire geldlening is aangegaan, zal de hypotheekbank alleen deze echtgenoot kunnen aanspreken voor betaling van de schuld. In die zin is de schuld al "verdeeld".
Echter (ingeval geen sprake is van bijzondere verknochtheid) maakt de schuld wel deel uit van de gemeenschap van goederen en vermindert deze schuld dus de waarde van de 50/50 aandelen van de echtgenoten in de huwelijksgemeenschap.
Redelijkheid en billijkheid dienen bij de verdeling van de goederen in aanmerking te worden genomen en ik vind het bepleitbaar dat bij verdeling in de door u geschetste situatie de partij die eigenaar van de buiten de gemeenschap vallende woning is en aansprakelijk is voor betaling van de nog resterende, aan de woning verbonden. voorhuwelijkse geldschuld, bij de verdeling op grond van redelijkheid en billijkheid geen aanspraak kan maken op vergoeding van de andere partij (in wat voor vorm dan ook) van de helft van die schuld.

Beoordeel dit antwoord:

Reactie van de vraagsteller

Dit is toch anders dan wat u eerder beweerde, namelijk:
"De hypotheekschuld is toen u ging trouwen wel onderdeel uit gaan maken van de huwelijksgoederengemeenschap, zodat deze schuld voor zover deze nog bestaat, wel verdeeld moet worden."

Wat valt er dan nog te zeggen over dat er in gemeenschap van goederen werd getrouwd, dat de hypotheekschuld bij het trouwen door de techtgenote "aanvaard" werd, en bij scheiding vervolgens niet meer. Wat is trouwen in gemeenschap van goederen dan nog waard, als je er op het einde ven het huwelijk een andere draai aan geeft? Verder sloot echtgenote een overlijdensrisicoverzekering af op de hypotheek. Zou de echtgenoot tijdens het huwelijk zijn overleden, dan zou de volledige openstaande hypotheek door de verzekering worden afgelost. De echtgenote zou daardoor, wat het huis betreft, schuldenvrij zijn. Verder werd er een testament gemaakt waarin stond dat de vrouw, bij overlijden van de man, de volledige eigenaresse van het huis zou worden. De vrouw had dus "goede redenen" om de hypotheek bij begin van het huwelijk te aanvaarden en in gemeenschap van goederen te trouwen. Er was immers ook nog de keuze om op huwelijkse voorwaarden te trouwen en de hypotheek buiten de gemeenschap van goederen te laten vallen. Blijft natuurlijk de vraag hoe de rechter hier tegenaan kijkt.


In juridische zin zijn schulden niet verdeelbaar. Dat komt doordat bij een schuld altijd een derde partij (de schuldeiser) betrokken is, waardoor het niet in de macht van de schuldenaars ligt om eenzijdig onderling te bepalen dat en hoe de schuld moet worden betaald. Waar het om gaat is dat in beginsel de schuld qua (negatieve) waarde als gevolg van gemeenschap van goederen 50/50 ten laste zal komen van beide (ex) echtgenoten. Echter met een beroep op de bijzondere verknochtheid en in tweede instantie op de redelijkheid en billijkheid kan de partij die de schuld niet is aangegaan naar mijn mening het pleitbare standpunt innemen dat deze negatieve waarde voor 100 procent voor rekening moet komen van de partij die voor het huwelijk de schuld is aangegaan. Het is dan inderdaad uiteindelijk aan de rechter om te bepalen welke partij in het gelijk dient te worden gesteld.

Beoordeel dit antwoord:

Reactie van de vraagsteller

Boek 1. Personen- en familierecht
Titel 7. De wettelijke gemeenschap van goederen
Afdeling 1. Algemene bepalingen Artikel 94 5. De gemeenschap omvat, wat haar lasten betreft, alle schulden van ieder der echtgenoten, met uitzondering van schulden: a. betreffende van de gemeenschap uitgezonderde goederen; b. uit door een der echtgenoten gedane giften, gemaakte bedingen en aangegane omzettingen als .....

Zoals ik het hier lees valt de hypotheekschuld dus toch buiten de gemeenschap van goederen (getrouwd vanaf 1januari 2012 tot einde 2017). Het gaat namelijk om een schuld betreffende een van de gemeenschap uitgezonderd goed(het huis). Graag een reactie.


Dit is een goede reactie van u. Tot 1 januari 2012 luidde artikel 1:94 BW als volgt:

Artikel 94
1 De gemeenschap omvat, wat haar baten betreft, alle tegenwoordige en toekomstige goederen der echtgenoten, met uitzondering van goederen ten aanzien waarvan bij uiterste wilsbeschikking van de erflater of bij de gift is bepaald dat zij buiten de gemeenschap vallen, en met uitzondering van het vruchtgebruik, bedoeld in afdeling 2 van titel 3 van Boek 4.
2 Zij omvat, wat haar lasten betreft, alle schulden van ieder der echtgenoten.
3 Goederen en schulden die aan een der echtgenoten op enigerlei bijzondere wijze verknocht zijn, vallen slechts in de gemeenschap voor zover die verknochtheid zich hiertegen niet verzet.
4 Onverminderd het in artikel 155 van dit boek bepaalde vallen pensioenrechten waarop de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding (Stb. 1994, 342) van toepassing is alsmede met die pensioenrechten verband houdende rechten op nabestaandenpensioen niet in de gemeenschap.

Per 1 januari 2012 is het artikel aangepast, op de wijze die u heeft opgemerkt. De schuld waarover u het heeft is echter aangegaan vóór 1 januari 2012. De wijziging per 1.1.2012 ziet op schulden die tijdens het huwelijk zijn aangegaan en goederen betreffen die buiten de gemeenschap vallen. Tegelijkertijd is per 1.1.2012 ook bepaald dat vruchten van goederen die buiten gemeenschap vallen (denk bijv. aan huuropbrengsten uit een pand dat niet ij de geenschap valt) ook geen onderdeel uitmaken van de gemeenschap.
Verder is soms ook lastig te bepalen of een schuld een van de gemeenschap uitgezonderd goed betreft. Immers niet altijd zal geld dat wordt geleend en waarvoor een buiten de gemeenschap vallende onroerende zaak als onderpand wordt gegeven (hypotheek is de juridische term voor onderpand op een onroerende zaak), ook dat pand betreffen Misschien wordt het geleende geld wel gebruikt om een binnen de gemeenschap vallende zaak te kopen.....

Beoordeel dit antwoord:

Reactie van de vraagsteller

Boek 1. Personen- en familierecht
Titel 7. De wettelijke gemeenschap van goederen
Afdeling 1. Algemene bepalingen Artikel 94 5. De gemeenschap omvat, wat haar lasten betreft, alle schulden van ieder der echtgenoten, met uitzondering van schulden: a. betreffende van de gemeenschap uitgezonderde goederen; b. uit door een der echtgenoten gedane giften, gemaakte bedingen en aangegane omzettingen als .....

Zoals ik het hier lees valt de hypotheekschuld dus toch buiten de gemeenschap van goederen (getrouwd vanaf 1januari 2012 tot einde 2017). Het gaat namelijk om een schuld betreffende een van de gemeenschap uitgezonderd goed(het huis). Graag een reactie.


Reactie van de vraagsteller

Boek 1. Personen- en familierecht
Titel 7. De wettelijke gemeenschap van goederen
Afdeling 1. Algemene bepalingen Artikel 94 5. De gemeenschap omvat, wat haar lasten betreft, alle schulden van ieder der echtgenoten, met uitzondering van schulden: a. betreffende van de gemeenschap uitgezonderde goederen; b. uit door een der echtgenoten gedane giften, gemaakte bedingen en aangegane omzettingen als .....

Zoals ik het hier lees valt de hypotheekschuld dus toch buiten de gemeenschap van goederen (getrouwd vanaf 1januari 2012 tot einde 2017). Het gaat namelijk om een schuld betreffende een van de gemeenschap uitgezonderd goed(het huis). Graag een reactie.


Reactie van de vraagsteller

Dus de hypotheekschuld (€70.000,-) die ik reeds had vóór 1.1.2012 wordt bij het huwelijk een gemeenschappelijke schuld, ondanks de vernieuwde wetgeving van
artikel 94.5 tijdens het huwelijk op 1.1.2012? En dit omdat de schuld is aangegaan vóór de vernieuwde wetgeving van 1.1.2012? Valt de hypotheekschuld dan nog onder de oude wetgeving?
En worden de aflossingen op de hypotheek tijdens het huwelijk, zoals reeds eerder beschreven, gezien als het aflossen van een gemeenschappelijke schuld?

Ik wil het niet nog moeilijker maken dan het al is, maar er was tijdens het huwelijk nog een tweede hypotheek. Dit was een kleinere hypotheek waar je vrij bedragen van kon opnemen en aflossen tot een bepaald bedrag. Deze tweede hypotheek sloot ik een aantal jaren vóór mijn huwelijk af. Deze tweede hypotheek was in beginsel €20.000,- groot. Echter, op de dag van mijn huwelijk op 1.1.2012 had ik deze hypotheek reeds volledig afbetaald en stond hij op de dag van het huwelijk op nul euro. Echter, tijdens het huwelijk is er middels deze tweede hypotheek geinvesteerd in het huis(privébezit), er werd op afgelost, maar de hypotheek werd ook gebruikt om een auto te kopen. Moet ik deze tweede hypotheekschuld bij scheiding wel zien als een privéschuld, in tegenstelling tot de eerder genoemde hypotheek van €70.000,-? De schuld is immers tijdens het huwelijk ontstaan, ná 1.1.2012.


Waar het om gaat is dat de schuld tijdens het huwelijk is ontstaan.

De schuld die u noemt, welke is ontstaan na huwelijksdatum ( ik begrijp dat het hier ging om een al voor de huwelijkssluiting bestaande vorm van "doorlopend krediet", waarvoor uw privé-pand als zekerheid diende), valt dus niet in de gemeenschap voor zover deze kan worden beschouwd als betreffende van de gemeenschap uitgezonderde goederen.
Ik hou het er op (op basis van de mij bekende rechtspraak) dat er een onderscheid zal moeten worden gemaakt tussen het deel (a) van de schuld dat in uw privé huis is geinvesteerd en het deel (b) waarvan de auto is gekocht.
Deel (a) was /is een privéschuld. Indien en voorzover deze privé schuld is voldaan door gelden die toekwamen aan de gemeenschap, heeft de gemeenschap een vordering op u (n.m.m. te vermeerderen met een redelijke rentevergoeding). Deel (b) was/is een gemeenschapsschuld, zodat aflossingen op deze schuld niet leiden tot een vordering van de gemeenschap op u.

Beoordeel dit antwoord:

Reactie van de vraagsteller

Ik wil nog eerst heel even terug komen op het eerste deel van mijn vraag, wat valt hier over te zeggen?

Dus de hypotheekschuld (€70.000,-) die ik reeds had vóór 1.1.2012 wordt bij het huwelijk een gemeenschappelijke schuld, ondanks de vernieuwde wetgeving van
artikel 94.5 tijdens het huwelijk op 1.1.2012? En dit omdat de schuld is aangegaan vóór de vernieuwde wetgeving van 1.1.2012? Valt de hypotheekschuld dan nog onder de oude wetgeving?
En worden de aflossingen op de hypotheek tijdens het huwelijk, zoals reeds eerder beschreven, gezien als het aflossen van een gemeenschappelijke schuld?



Gratis antwoord op juridische vraag

Stel vraag