Volgens wetgeving is er een wettelijke uitkeringsverbod van art. 2:26 BW.

Een uitkering is de betaling van een bedrag waar geen prestatie tegenover staat. Of waar een ongelijkwaardige prestatie tegenover staat. Verenigingen en stichtingen mogen commercieel actief zijn. Zij mogen ook winst maken. Een vereniging mag de winst echter niet uitkeren aan haar leden. Een stichting mag geen winst uitkeren aan de eigen bestuurders of mensen die op andere wijze bij het bestuur of de organisatie betrokken zijn. Dat is het zogenaamde uitkeringsverbod en voorkomt dat verenigingen een verkapte vennootschap of coöperatie worden. Bij stichtingen bestaat dit verbod om onbehoorlijk bestuur of verrijking van bestuurders tegen te gaan.

Een stichting mag wel uitkeringen doen aan andere mensen (die geen binding hebben met de stichting). De uitkering moet dan een ideëel of sociaal doel hebben.