In een wijziging splitsingsakte, waarbij een ruil zolderkamer / nieuw te bouwen bergingsruimte heeft plaatsgevonden, staat de volgende passage genoemd. Gerechtigde 3 betreft hier mijzelf, en gerechtigde 4 de buurman die van mij de zolderruimte krijgt in ruil voor de bergingsruimte op de 3e verdieping.

J. Toewijzing appartementsrechten / hypotheekrechten

Na voormelde wijzigingen zijn de gerechtigden tot voormelde appartementsrechten gerechtigd als volgt:
...
- de gerechtigde 3 is eigenaar van het appartementsrecht kadastraal bekend gemeente Amsterdam, sectie V complexaanduiding <INDEX> appartementsindex <X>; hierop rusten de rechten van hypotheek onder D.3. vermeld;
...

K. Vergoeding wegens verkrijging/overdrachtbelasting/kosten

1. ...
2. Wegens bovenstaande wijzigingen is de gerechtigde 4 tevens verplicht voor de gerechtigde 3 een berging te realiseren op de derde verdieping.
De verplichting wordt eveneens gewaardeerd op vijfduizend euro (€ 5.000,00). De gerechtigde 4 heeft aan deze verplichting voldaan.


Mijn vraag betreft onderdeel K.2 en de genoemde verplichting. Wat houdt deze verplichting exact en hoe wordt de hoogte hiervan bepaald? Is dit een betalingsverplichting van gerechtigde 4 aan de notaris, of aan mij als als gerechtigde 3? Of wordt deze alleen gebruikt ter berekening van de overdrachtsbelasting, welke later wordt genoemd (alleen in dat geval begrijp ik de zinsnede ‘De gerechtigde 4 heeft aan deze verplichting voldaan’ niet helemaal) ?. Of betreft het nog iets anders?

De notaris is momenteel lastig bereikbaar en ik wil graag begrijpen of deze wijziging ten nadele van mij is en of deze aangepast zou moeten worden.

Bij voorbaat dank.