Mijn ex en ik zijn sinds 14 juni gescheiden ( ingeschreven bij de burgerlijke stand) de scheiding is beoordeeld door een rechter en heeft in een beschikkig uitgesproken dat het bijgevoegde convenant onderdeel uitmaakt van de beschikking. In het convenant staat omschreven dat het eigendomsrecht van de woning toekomt aan de man, dat hij 3 maanden de tijd heeft om de hypotheek op zijn naam te krijgen. Ook staat er in dat de woning door waardebepaling (3 verschillende makelaars) bepaald is op 215.000. Dit met het oog op dat de woning betrokken gaat worden door de man.Dat er een onderwaarde is van de lopende hypotheek en dat de vrouw 3.500 euro moet betalen voor de onderwaarde. Nu heeft mijn ex uit eigen beweging een taxateur laten komen die de waarde getaxeerd heeft op 250.000 euro bij verkoop van het huis. Mijn ex is van mening dat er geen onderwaarde meer is en dat ze niets hoeft te betalen. Ik ben van mening dat er uitgegaan moet worden van 215.000 euro omdat dit zo afgesproken is in het convenant. Dat dit bedrag geldig is voor het termijn dat is gesteld om de man de gelegenheid te geven om de hypotheek op zijn naam te laten zetten(3maanden). Wie staat er nu in zijn recht? Mijn ex die zegt dat na het opmaken van het convenant en de uitspraak van de rechter de waarde van het huis gestegen is en dat die waarde aan moet worden gehouden omdat deze door een erkende taxateur is getaxeerd, of ik die zeg dat het bedrag wat in het convenant afgesproken is en door waardebepaling is vastgesteld en door de rechter beoordeeld is en dus voor de duur van 3 maanden niet wijzigd. Dat het bedrag van 215.00 bindend is