Uw vraag of als gevolg van de aanbouw de splitsingsakte moet worden gewijzigd, kan als volgt worden beantwoord. De maatstaf voor de vraag of wijziging van de splitsingsakte noodzakelijk is, is door de Hoge Raad als volgt geformuleerd:

"voor niet structurele wijzigingen in of tussen privégedeelten, die geen gevolgen hebben voor de omvang van de rechten en verplichtingen van de eigenaar(s) is geen wijziging van de akte nodig. Wanneer er een structurele wijziging plaatsvindt van niet-tijdelijke aard, waarbij bijvoorbeeld een gemeenschappelijk gedeelte blijvend binnen de begrenzingen van een privégedeelte wordt getrokken is wijziging van de splitsingstekening vereist."

Aan de hand van de splitsingstekening kan worden afgeleid, welk gedeelte van het gebouw bestemd is om als “privé” en als “gemeenschappelijk” gedeelte te worden gebruikt.
Voor wijziging van de splitsingsakte ten aanzien van een aanbouw is dus vereist dat aan de constructie of de omgrenzing van het appartement een verandering wordt aangebracht die gevolgen heeft voor de goederenrechtelijke situatie. Als de tuin waarop de aanbouw wordt gerealiseerd reeds behoort tot de privé gedeelte van de appartementseigenaar, zoals in uw geval, dan leidt het plaatsen van een aanbouw niet tot een verandering in de begrenzing van de privé gedeelten. Van een wijziging van de goederenrechtelijke situatie is dan geen sprake. Dat betekent dat een wijziging van de splitsingsakte dan niet vereist is.

De model splitsingsreglementen bevatten evenwel een verbod om een zonder toestemming van de vergadering van VvE een aanbouw te plaatsen. U heeft voor het realiseren van de aanbouw dus wel voorafgaande toestemming van de vergadering nodig. Die toestemming kan overigens , worden gegeven middels een besluit met gewone meerderheid (helft + 1) genomen.