Stel vraag

Wonen, Buren

Particulier


Op 1 maart 2019 heb ik een aannemingsovereenkomst gesloten. De bouw is op 1 mei aangevangen en afgesproken wordt dat de woning uiterlijk op 31 oktober 2019 door de aannemer worden opgeleverd.
De aanneemsom bedraagt 100.00 euro. Er is tussen partijen overeengekomen dat de aanneemsom zal worden betaald in vijf gelijke, maandelijkse termijnen van EUR 20.000,-. De betaling dient bij vooruitbetaling te geschieden telkens uiterlijk op de eerste dag van de maand.
Op 1 mei plaats de aannemer een bouwhek om de woning. De eerste betaling geschiedt op 25 maart 2019 EUR 20.000,- naar de bankrekening van de aannemer.
7 dagen na de start meldt de aannemer dat de voortgang wordt gehinderd doordat de grond zogeheten kunradesteen blijkt te bevatten. Nadien komt de aannemer nog herhaaldelijk voor verassingen te staan die de voortgang hinderen en tot meerwerk leiden.
De bouw verloopt zeer moeizaam. Wij hebben de facturen van juli 2019 opgeschort, omdat wij gefrustreerd zijn over het feit dat de bouw niet volgens plan en afspraak verloopt. Tevens hebben wij ons buik vol dat de aannemer meerwerk blijft factureren.
Op 10 augustus 2019 heeft een bouwvergadering plaatsgevonden. De opdrachtgever stelt zich op het standpunt dat de eerste termijn op tijd is betaald, maar het tweede en derde termijn te laat is betaald. Daarnaast is het vierde termijn helemaal niet betaald door ons. De aannemer beroept zich op het punt dat de opleveringsdatum niet in gevaar hoeft te komen, als wij op tijd betalen.
Op 5 september 2019 heeft de aannemer de bouw stilgelegd omdat de aannemer geen factuur heeft ontvangen.
Wij stellen ons op het standpunt dat de aannemer toerekenbaar tekort is geschoten in zijn verplichting met ons en onrechtmatig de bouw heeft stilgelegd.
Op 24 september 2019 wordt een aanvullende afspraken gemaakt in een addendum. Het addendum luidt als volgt:
- De bouw zal op 1 november door de aannemer weer worden hervat;
- De woning zal conform opdracht en conform bouwtekening worden opgeleverd op 27 januari 2019;
- De opdrachtgevers (wij) zullen voor 1 november de nog openstaande termijn betalen.
Op 27 januari 2020 treffen partijen elkaar in de woning in verband met de opneming van het werk en de oplevering. Voorafgaand aan de rondgang door de woning stelt de aannemer dat vijfde en zesde termijn alsmede een factuur ter zake van het meerwerk nog niet zijn voldaan.
Na de rondgang door de woning wordt de gebrekenlijst in het proces-verbaal door ons ondertekenend. De aannemer weigert zijn handtekening onder het proces verbaal te plaatsen, omdat hij eerst het restant van de aanneemsom wil zien. De aanneemsom is niet volledig betaald door ons en daarom heeft de aannemer de zijn niet overgedragen.

Heeft de aannemer terecht geweigerd het proces-verbaal te ondertekenen?

Heeft er een oplevering plaatsgevonden op 27 januari 2020?

Mocht de aannemer een factuur voor meerwerk factureren?

Meerwerk als dat er is, dient te worden aangezegd en u dient ermee akkoord te gaan. Ook als zaken duurder zijn dan afgesproken moet u worden gewaarschuwd. Indicatieaanneemsommen mogen tien % verschillen van de schatting. Een opschorting van prestaties mag als de ernst ervan in verhouding staat met de reden , een opschorting van de andere partij kan dat soms wel of niet zijn. De werkelijkheid heeft alles nu wel achterhaald. Opschorting moet gerechtvaardigd zijn en proportioneel , de belangen van de andere partij mogen niet uit het oog worden verloren en bovendien moet de opschortende partij zeker niet kiezen voor exorbitante prijsverhogende gevolgen van opschorting als zijn wederpartij hier onder gaat lijden. Al met al moet elke opschorting van elke partij zo worden getoetst, De vraag is of dat wel de moeite waard is nu, ook voor wat betreft de laatste opschorting van de aannemer , dat hij niet wil tekenen voor oplevering en de gebreken.

Beoordeel dit antwoord:


Gratis antwoord op juridische vraag

Stel vraag