Stel vraag

Familie, Scheiden, Alimentatie

Particulier


Beste medewerker,
Ik begeleid een verstandelijk gehandicapte man die onder bewind staat. Hij is ooit door zijn familie aangemeld vanwege schulden die hij had.
Inmiddels is hij schuldenvrij.

De client had een PW uitkering, maar werd gekort omdat er een dame bij hem inwoonde. Hij is meermaals door zijn bewindvoerder verzocht actie uit te zetten, zodat zij zijn vaste lasten konden blijven betalen. De inwoonster moest gevraagd worden mee te betalen voor kost en inwoning anders zou hij op korte termijn niet meer kunnen beschikken over leefgeld.
De client wilde geen bemoeienis en kwam zonder leefgeld te zitten.

Met veel moeite hebben we, met medeweten van de client, deze dame uit de GBA weten te halen in de hoop dat ze zou vertrekken en de client weer een volledige uitkering kon aanvragen. Echter 2 maanden later heeft de client haar gewoon weer ingeschreven.

Inmiddels is zijn moeder overleden en is zijn PW uitkering stopgezet i.v.m een erfenis die hij heeft gekregen.
Dit geld wordt nu door de bewindvoerder terecht gezien als inkomen, maar hij krijgt nog steeds geen leefgeld. Ik heb hen gevraagd of zij dit, wettelijk gezien, mogen weigeren te geven. Dit wordt door de bewindvoerder bevestigd.

Mijn vraag is of het zin heeft als de client hierin bezwaar tegen maakt bij de bewindvoerder en/of naar de rechter stapt om zijn verhaal te halen?
Mag de bewindvoerder hem zijn leefgeld weigeren nu er voldoende geld op de rekening staat, ook al woont de dame in kwestie nog bij hem in huis.
Hoor graag snel van u, zodat we snel eventuele vervolgstappen kunnen zetten...

De gemeente past de kostendelersnorm toe. Dit is omdat uw client geacht wordt om o.a. zijn woonlasten te delen. Dat dit in de praktijk niet gebeurt, is voor de gemeente niet van belang.
De reden voor het niet geven van leefgeld is vermoedelijk niet gelgen in het uitoefenen van druk, maar in de toepassing van de zogenaamde interingsnorm. Iemand met een bijstandsuitkering die een erfenis krijgt, heeft geen recht op een uitkering gedurende de periode waarin hij volgens die norm inteert op zijn vermogen. Omdat de gemeente voor de interingsnorm de kostendelersnorm gebruikt, kan uw clienet pas weer aanspraak maken op een uitkering waneer zijn vermogen lager is dan het vrije vermogen en daarbij niet meer geld is opgemaakt dan de gemiddelde interingsnorm vanaf het moment waarop uw client de beschikking kreeg over de erfenis. Als de bewindvoerder nu meer gaat uitkeren, zal uw client geen uitkering krijgen op het moment waarop de erfenis op is.
Overigens vraag ik mij af waarom uw client geen Wajong heeft. De Wajong kent geen vermogenstoets.

Beoordeel dit antwoord:

Reactie van de vraagsteller

Als ik het goed begrijp zegt u het volgende:

a. De bewindvoerder kan pas weer een uitkering aanvragen als het vermogen van de client lager is dan het vrije vermogen ( rond de 5000 euri) . En.........
b. De bewindvoerder mag de client, vanaf het moment waarop de client de beschikking krijgt over de erfenis, per maand niet meer geld geven dan hij ten tijde van de PW uitkering van de bewindvoerder kreeg (de kostendelersnorm)
.........
Echter, de client kreeg toen hij nog een uitkering had, na aftrek van de kostendelersnorm in eerste instantie nog wel leefgeld, maar na verloop van tijd stopte dit omdat hier na aftrek van de vaste lasten en andere kosten geen ruimte meer voor was.
Nu is daar, gezien de erfenis, wel weer ruimte voor. Betekent dat dan nog steeds dat de bewindvoerder de client geen leefgeld kan geven?

Ik begrijp uit uw verhaal dat de bewindvoerder zich ook moet houden aan de kostendelersnorm, maar het inkomen dat toen in eerste instantie overbleef gaf nog wel iets ruimte voor leefgeld.

Ik begrijp dat de bewindvoerder zich moet houden aan de kostendelersnorm . Nu wordt de client echter nog eens extra gekort door de bewindvoerder......., terwijl er nu wel wat ruimte is om hem leefgeld te geven...


Hoor graag van u.



Gratis antwoord op juridische vraag

Stel vraag