Stel vraag

Overheid, Gemeente, Vergunning

Particulier


De gemeente legt mij als belanghebbende een uitvoeringsmaatregel op op grond van artikel 2.33 lid 2 onder a van Wabo.

Ik heb niet de macht om bouwwerkzaamheden te laten uitvoeren om dat ik geen aanneemovereenkomst heb gesloten.
Mijn positie is dat ik eigenaar ben van de grond.

Als eigenaar bent u altijd een van de belanghebbenden, omdat u kunt bepalen wat er met en op uw grond gebeurt. Naast u kunnen er ook anderen als belanghebbenden worden aangemerkt, zoals huurders, pachters e.d.
Uit uw vraag blijkt niet waar het precies om gaat en in waarom u van mening bent dat u niets aan de situatie kunt doen.

Beoordeel dit antwoord:

Artikel 2.33 lid 2 onder a Wabo ziet op de intrekking van de vergunning. Bedoelt u misschien 2.31 lid 2 onder a Wabo?

Beoordeel dit antwoord:

Het genoemde artikel ziet op intrekking van een omgevingsvergunning. Het lijkt er op dat voor uw perceel een omgevingsvergunning is verleend waarvan langere tijd (tenminste 26 weken als het gaat om bouwen / slopen , 3 jaar in geval van andere activiteiten) geen gebruik is gemaakt. In een dergelijk geval kan het bevoegd gezag een besluit tot intrekking van de vergunning nemen. Als u er belang bij hebt dat de vergunning in stand blijft en u steekhoudende argumenten kunt aanvoeren waarom de vergunning nog niet is gebruikt, dan kunt u proberen door tijdig bezwaar te maken (binnen zes weken) de vergunning te behouden.

Beoordeel dit antwoord:

Reactie van de vraagsteller

Geachte

Het bestuursorgaan dient mijn inziens indien de bouw 26 weken heeft stil gelegen, de wettelijke vergunninghouder aanschrijven welke het werk uitvoert, dat heeft het bestuursorgaan niet gedaan.

Door mij als belanghebbende (eigenaar van de grond) aan te schrijven, daarmede kun je als bestuursorgaan niet artikel 2.33 lid 2 onder a, opleggen.
Immers ik heb geen aanneemovereenkomst met betrekking tot opdracht tot uitvoering van bouwwerkzaamheden.

Het bestuursorgaan gijzelt mij met een uitvoeringsbepaling artikel 2.33 lid 2 onder a, waaraan ik met de beste wil niet aan kan voldoen.

Mijn inziens maakt het bestuursorgaan misbruik van bevoegdheden en wet- regelgeving, immer het opleggen van artikel 2.33 lid 2 onder a, daaraan kan ik niet voldoen.

Gaarne van u vernemend, verblijf ik met vriendelijke groet,


De omgevingsvergunning geldt voor degene die het werk daadwerkelijk uitvoert. De meeste gemeenten hebben als beleid dat de vergunning na zes maanden wordt ingetrokken indien niet tijdig met de uitvoering van de vergunning is begonnen. De gemeente dient daarbij rekening te houden met de redenen waarom de uitvoering nog niet is gestart. De gemeente dient dan ook de intrekking van de vergunning aan te kondigen. U zult ongetwijfeld een brief hebben gestuurd met de redenen waarom er nog niet is gebouwd.

Ik heb de indruk dat de zaak complexer is dan zoals die zich nu aandient. U mag rechtstreeks contact met mij zoeken, dan kan ik u gerichter adviseren.

Beoordeel dit antwoord:

Kennelijk is naar ik thans begrijp de omgevingsvergunning voor bouwen verleend en is er gedurende tenminste 26 weken niet gebouwd. Wat is daarvan de oorzaak?

U spreekt van de "wettelijke vergunninghouder" (wie is dit volgens u?) en ik begrijp dat deze niet als belanghebbende zou zijn aangeschreven. Dit zou kunnen betekenen dat een intrekkingsbesluit jegens deze partij gebreken zal vertonen , waardoor het intrekkingsbesluit aan vernietiging bloot zou kunnen staan. U bent echter als belanghebbende (en dat bent u als eigenaar) wel aangeschreven en als u er belang bij heeft dat er wel gebruik gemaakt kan blijven worden van de vergunning, dan kunt u niet stil blijven zitten.
Zonodig kunt u andere aannemer inschakelen, die voor u het werk maakt op basis van de vergunning.
Kortom u bent belanghebbende in juridische zin en als u een feitelijk belang hebt bij het kunnen realiseren van het werk waarvoor de vergunning is verleend , moet u wel zelf hiertoe het nodige doen.

Beoordeel dit antwoord:

Reactie van de vraagsteller

De 26 weken dat er niet is gebouwd, was de oorzaak dat er geen verkrijgers waren voor het kopen van een woning

De wettelijke vergunninghouder is de aannemer welke belast is met de uitvoering van de omgevingsvergunning.

Als belanghebbende (eigenaar van de grond) heb ik geen aanneemovereenkomst, dus kan ik ook geen nakoming vorderen.

De aannemer sluit rechtstreeks met toekomstige verkrijgers een aanneemovereenkomst.

Daar ik ook in de toekomst geen aanneemovereenkomst zal gaan sluiten om reden dat ik geen partij wil zijn
tussen aannemer en verkrijger, daar ik niet het risico wil lopen in de uitvoering van de bouw.

Vermeldingswaard is dat aannemer A de omgevingsvergunning heeft aangevraagd en aannemer B de omgevingsvergunning
uitvoert waarbij aannemer B de wettige vergunninghouder is.


Als aannemer B het werk uitvoert, moet de intrekking aan hem zijn gericht. De intrekking kan dan niet aan aannemer A worden gestuurd, en is dan ongeldig.

U bent als grondeigenaar geen belanghebbende, u hebt slechts een 'afgeleid belang'. bij de aanvraag. U kunt dus niet tegen de intrekking procederen.

Hebt u geen contract met de aannemer waarin afspraken zijn gemaakt over het tijdig starten van de vergunning? Doorgaans wordt de vergunning pas aangevraagd als 70% of meer van de woningen zijn verkocht. Kan ik een kopie van uw afspraken met de aannemer zien?

Beoordeel dit antwoord:


Gratis antwoord op juridische vraag

Stel vraag