Stel vraag

Overheid, Gemeente, Vergunning

Particulier


Ik word aangeslagen door de gemeente voor OZB en Watersysteemheffing voor een object dat feitelijk, en ook vastgesteld door een ambtenaar van diezelfde gemeente, een berging in mijn achtertuin is. Ooit is het als kantoorruimte gebruikt geweest door mijn ex en destijds heeft men toegestaan dat het een eigen adres kreeg. Die toestemming is ingetrokken omdat het bedrijf van mijn ex niet meer bestaat. Een bezwaarschrift van mij is nu afgewezen omdat op ingetrokken adres nog wel een object in het kadaster registreert staat. Daarbij staat ook de cryptische zin: Een onroerende zaak is een gebouwd of ongebouwd eigendom. Klopt volgens u de aanslag en dus de afwijzing van mijn bezwaarschrift?

Goedendag. Ik zou in beginsel alle stukken moeten lezen, maar op grond van deze feiten kan ik u het volgende mededelen:

Voor de watersysteemheffing & OZB zal de aanslag vastgesteld worden op basis van de WOZ-waarde van uw onroerende zaak. Daarbij geldt als uitgangspunt artikel 16 Wet waardering onroerende zaken (zie: http://wetten.overheid.nl/BWBR0007119/HoofdstukIII/Artikel16/geldigheidsdatum_21-06-2015).

De berging kan in beginsel vallen onder artikel 16 onder c van deze wet. Dat betekent dat het samen met uw woning zou moeten worden aangemerkt als één onroerende zaak.

Hierover bestaat veel jurisprudentie en ik raad u daarom aan om de relevante documenten voor te leggen aan een advocaat of juridisch adviseur voor een uitgebreider advies.

Beoordeel dit antwoord:


Gratis antwoord op juridische vraag

Stel vraag