Stel vraag

Zakelijk, Arbeid, Schade

Zakelijk


Van de verhuurder van mijn bedrijfspand kreeg ik het verzoek een 'huurdersdeel' van de opstalverzekering van het pand te betalen. Hij beroept zich op de Algemene Bepalingen Huurovereenkomst Winkelruimte bij het huurcontract, art. 22.1. vanwege gebruik van het pand als traiteur en stelt dat de hogere premie ivm koken en bakken in het pand voor mijn rekening is. In de huurovereenkomst staat echter specifiek omschreven dat 'het gehuurde door huurder uitsluitend zal worden bestemd om te gebruiken als snackbar/cafetaria/eethuis/traiteur'. Is door deze bepaling toepassing van artikel 22.1 niet uitgesloten? Of heeft hij inderdaad recht om een bijdrage in deze verzekering te vragen?

Als ik me niet vergis staat er in artikel 22.1 Algemene Bepalingen winkelruimte niet meer dan dat de huurder het verschil tussen de hogere premie (die naar de aard en uitoefening van het bedrijf verschuldigd is omdat dit meer risico met zich meebrengt) ten opzichte van de normale premie aan verhuurder moet vergoeden. De verhuurder kan dus een bijdrage van u verlangen. Indien in de gebruiksbepaling staat omschreven waarvoor het gehuurde wordt gebruikt dan doet dat niets af aan art. 22.1 Algemene Bepalingen (art. 22.1 is dus niet uitgesloten). Sterker nog, in uw geval staat duidelijk dat het gehuurde als snackbar/cafetaria/eethuis/traiteur wordt gebruikt hetgeen bakken en braden (wellicht ook frituren?) impliceert. Die activiteiten brengen nu eenmaal meer brandgevaar met zich mee dan bijvoorbeeld bij de exploitatie van een kleding- of schoenenwinkel het geval zou zijn.

Beoordeel dit antwoord:


Gratis antwoord op juridische vraag

Stel vraag